Regelmatig kom je publicaties tegen met daarin heel interessante feiten, maar helaas zonder bronvermeldingen. Als je oudere boeken of tijdschriften leest, gebeurt het vaker dat geen enkele bron genoemd wordt. Het feit staat er gewoon: alsof de auteur het zelf bedacht heeft. Dat is bij historisch onderzoek idealiter niet het geval. Want dan komt meteen de vraag op: “Waar heeft de auteur dit gevonden, of gelezen?” En die vraag blijft dan onbeantwoord.
Hetzelfde kan gebeuren met jouw publicatie. Stel: je hebt jarenlang gewerkt aan je kwartierstaat en je hebt van tien generaties alle voorouders in beeld gebracht. Je weet veel meer over hen dan alleen de kale feiten. Je hebt personen teruggevonden in gevangenisregisters, in belastinglijsten, in het kadaster, in testamenten en in brieven van de burgemeester. Het is je gelukt een ware familiegeschiedenis samen te stellen. Dat is natuurlijk een geweldige prestatie en daarom wil je iedereen laten zien van wie je allemaal afstamt. Er zijn een paar mogelijkheden om je resultaten te delen: je kunt een artikel voor een genealogisch of heemkundig tijdschrift schrijven, je kunt in eigen beheer een boek(je) maken, je kunt een domeinnaam aanvragen en je eigen website opzetten of je kunt de informatie plaatsen op een genealogische website, zoals MyHeritage.
Dankzij de kracht van het internet komt die publicatie – in welke vorm dan ook – onder de aandacht van vele andere genealogisch geïnteresseerden. Zij lezen de beschrijvingen van al je voorouders, zijn dolenthousiast en willen weten waar ze deze mooie feiten kunnen vinden. Als je dan je bronnen niet noemt, zal de lezer hevig teleurgesteld zijn. Hij of zij is niet in staat om dezelfde gegevens te vinden, die jij in je publicatie noemt. Los van de teleurstelling zal een kritische genealoog ook meteen denken: “Als ik geen bronnen kan raadplegen, welke waarde moet ik dan toekennen aan deze publicatie?”. Met andere woorden: “Is deze publicatie wel betrouwbaar?”
Dat is dus een tweede reden om altijd je bronnen te vermelden: daarmee laat je anderen zien dat jouw onderzoek degelijk en betrouwbaar is. In beide situaties gaat het om een ander, die jouw gegevens onder ogen krijgt. Maar bronvermeldingen zijn ook voor jezelf erg belangrijk. Wie heeft niet in de situatie gezeten dat je na enkele jaren denkt: “Ik heb dit ooit zo opgeschreven, maar waar komt het eigenlijk vandaan?”. Je wilt dan weten welke bronnen je in het verleden bekeken hebt en welk stukje informatie uit welke bron komt. Zonder een deugdelijke vermelding kun je eigenlijk weer opnieuw beginnen.
Kortom: vermeld altijd je bronnen voor jezelf en voor anderen. Het helpt enerzijds om bronnen terug te vinden, door jezelf en door andere geïnteresseerden. Het helpt om de gevonden informatie te beoordelen en op waarde te schatten. Het maakt je onderzoek meer betrouwbaar.
Belangrijk is dat je bij een bronvermelding de juiste elementen noemt. Belangrijk zijn in ieder geval de vijf volgende onderdelen:
- WIE heeft de bron gecreëerd? Hier noem je bijvoorbeeld de auteur van een boek of een artikel. Het hoeft niet altijd een persoon te zijn, maar het kan ook de naam van een organisatie(onderdeel) of functie zijn. Bijvoorbeeld gemeente X, de rooms-katholieke parochie Y, de burgemeester van Z, et cetera.
- WAT voor bron is het? Hier noem je de titel van de bron, bijvoorbeeld van het tijdschriftartikel of van het boek. Heeft de bron geen eigen titel, geef dan een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving. Bedenk ook dat je pagina’s van een website kunt zien als hoofdstukken van een boek.
- WAAR is de bron uitgegeven? Boeken en tijdschriften worden op de markt gebracht door een uitgever. Vermeld naam en plaats van de uitgever. Als het een archiefstuk betreft, is er geen sprake van een uitgever. Dan geef je een datering van het stuk.
- WANNEER is de bron tot de stand gekomen? Geef een zo nauwkeurig mogelijke datering van het archiefstuk, het artikel of het boek. Geef bij internet pagina’s ook aan wanneer je de informatie op de betreffende website hebt gevonden. Het zou zo maar kunnen zijn dat die tekst enkele maanden of jaren later niet meer op het internet staat.
- WAAR (en hoe) is de bron te vinden? Noem bijvoorbeeld paginanummers, volgnummers, archiefnummers, inventarisnummers. Maar geef ook aan bij welke archiefdienst het stuk te vinden is, of van welk archief het document deel uitmaakt.
Zorg ervoor dat je je bronvermeldingen consequent op dezelfde manier opbouwt. Plaats de elementen in dezelfde volgorde, zodat de lezer begrijpt welk deel je met welke omschrijving bedoelt. En gebruik voor ieder onderdeel de juiste ‘vormgeving’. Bijvoorbeeld: de titel van een artikel tussen aanhalingstekens, de titel van een boek cursief. Hoe je dat precies doet, is afhankelijk van de stijl die je kiest.
Het schrijven van een goede bronvermelding vergt dus redelijk wat inspanning. Voor bijna niemand is het de meest favoriete bezigheid. Houd echter in gedachten dat het maar eenmalig moeite kost om die bronvermelding te maken. Daarna heb je er zelf en hebben anderen er keer op keer weer gemak van!